Menu

Voorschriften en Veiligheidsregels

2.13 Niemand mag het wapen van een ander ter hand nemen; dit mag uitsluitend worden opgepakt na uitdrukkelijke toestemming hiertoe van de eigenaar.
2.14 Beginnende schutters mogen uitsluitend schieten onder begeleiding van een daartoe bevoegd persoon.
2.15 Het gebruik van alcohol/drugs door een schutter of functionaris, vóór en tijdens het schieten, is verboden.
2.16 Gebruikers van medicijnen en stoffen die de schietveiligheid kunnen beïnvloeden dienen zich op de hoogte te stellen van de mogelijke bijwerkingen en gevolgen via de bijsluiter of een arts.
2.17 Na het schieten moet het wapen en magazijn(en) worden ontladen en opgeborgen.
2.18 Onverpakte wapens zijn slechts toegestaan op het schietpunt en op de daartoe door het dienstdoend bestuurslid, baancommandant of instructeur aangegeven plaats.
2.19 Demonstraties van of met vuur-, respectievelijk luchtdrukwapens, mogen uitsluitend op de schietpunten plaatsvinden.
2.20 Men dient zich te onthouden van elke handeling die de veiligheid in gevaar kan brengen.
2.21 Iedereen die een overtreding van bovengenoemde punten of eventueel ander onveilig gedrag constateert, is verplicht het dienstdoend bestuurslid hiervan in kennis te stellen.
2.22 Overtreding van één of meer der bovengenoemde punten kan leiden tot ontzegging van de toegang tot de schietbanen en/of de accommodatie. Bij herhaaldelijke overtreding kan het bestuur tot royering van het lid overgaan.
2.23 In gevallen waarin dit “Veiligheidsreglement” niet voorziet, beslist het Bestuur of bij afwezigheid de baancommandant namens het bestuur.